U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Psalm 91


Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen die over je waken, waar je ook gaat!

 

 

     Psalm 91

 

1. Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont
    en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende,

2. zegt tegen de Heer: 'Mijn toevlucht zijt Gij,
    mijn God, op U vertrouw ik.'
 
3. Hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger
    en redt je van de dodelijke pest,
4. hij zal je beschermen met zijn vleugels,
    onder zijn wieken vind je een toevlucht,
    zijn trouw is een veilig schild.
 

5. De verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen,
    ook de pijl niet die overdag op je afvliegt,
6. noch de pest die rondwaart in het donker,
    noch de plaag die toeslaat midden op de dag.
 

7. Al vallen er duizend aan je linkerzijde
    en tienduizend aan je rechterhand,
    jou zal niets overkomen.
8. Open je ogen en zie
    hoe wie kwaad doen worden gestraft.
 
 9.   U bent mijn toevlucht, Heer.
      Als je mag wonen bij de Allerhoogste,
10. zal het kwaad je niet bereiken,
      geen plaag je tent ooit treffen.
 

11. Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen,
      die over je waken waar je ook gaat.
12. Hun handen zullen je dragen,
      je voet zal je niet stoten aan een steen.
13. Leeuw en adder zal je vertrappen,
      roofdier en slang vermorzelen.
 

14. ‘Ik zal bevrijden wie mij liefheeft
       en beschermen wie met mijn naam vertrouwd is.
15.  Roep je mij aan, ik geef antwoord,
       in de nood zal ik bij je zijn,
       je bevrijden en met roem overladen,
16.  je overvloed geven van dagen.
       Ik zal je redding zijn.’
                           

(uit de Nieuwe Bijbelvertaling)

 

Overweging van Psalm 91:

 

Samen met psalmen 90 en 92 vormt psalm 91 een bezinning op de dood.

Deze psalm is een leerdicht, een lied van vertrouwen.

In de oudheid werd hij gebeden om boze geesten af te weren die in de nacht rondwaarden (zie vers 5 en 6).

De geest van de nacht noemde men 'Lilit'. Ook in het Hooglied en in de eerste brief van Petrus wordt over ‘de geest van de nacht’ gesproken. De psalmist wil hier uitdrukken: " ’s Nachts word je beschermd tegen alle demonen. En ook overdag hoef je niet bang te zijn voor de pijl (staat symbool voor het onheil dat een mens onverhoeds overvalt) die op je wordt afgevuurd". Ook de plaag en de pest werden gezien als ‘boze geesten’ en handlangers van de dood en ook het net van de vogelvangers staat symbool voor de dood (zie Prediker 9).

 
4 symbolen van de dood of het kwaad dat ons bedreigt van buitenaf:

de pijl, de plaag, de pest en het net van de vogelvanger.

4 namen voor God:

de Allerhoogste, de Ontzagwekkende, de Heer, mijn God.

 
Structuur van de psalm:

Vers 1-8 vormt het eerste deel

Vers 9-14 is het tweede deel

Als je goed kijkt zie je dat de twee delen van de psalm parallel lopen met elkaar.

De kerk bidt deze psalm in de Dagsluiting op zondag en op alle kerkelijke feestdagen. Waarom? Omdat deze psalm, hoewel hij op het eerste zicht een bezinning is op de dood, zingt over het leven! De zondag is in de kerk de dag van Opstanding, verrijzenis, van nieuw leven.  Wij zien de maandag als de eerste dag van de week, maar in de liturgie is de zondag de eerste dag. De psalmist bezingt het feit dat de mens die durft te vertrouwen op de Heer, veilig is. Want God waakt over die mens.

 

‘Je bent veilig in de schaduw van zijn vleugels’ is een beeld dat vaak terugkomt in de Bijbel. Dit vers is ontstaan vanuit het beeld van de arend die zijn jongen leert vliegen. Hij vliegt altijd boven zijn jongen uit en houdt ze nauwlettend in de gaten. Is er een jong dat dreigt het op te geven, dan maakt de arend een duik en gaat onder dat jong vliegen. In dit beeld heeft de psalmist iets gezien van hoe God omgaat met de mens. Hij laat de mens in alle vrijheid leven, maar altijd onder de schaduw van zijn vleugels.
 

‘Gods trouw is een veilig schild (zie ook 1 Sam. 8,7)’ wellicht heeft de psalmist dat zelf zo ervaren. En het is wel het mooiste wat men van God (en ook van een mens) kan zeggen, dat Hij trouw is. Wat er ook gebeurt, of er duizenden of tienduizenden vallen aan je rechterzijde (dat is in de Bijbel de kant van het heil): het zal jou geen kwaad kunnen doen.

 
Nog een mooi en heel Bijbels beeld in deze psalm is dat God ons toevertrouwt aan zijn engelen, die over ons waken. Hier komt heel de thematiek naar voren van de engelbewaarder, van de engelen als boodschappers van God. En die engelen zijn niet ver te zoeken… 'zij zullen je op handen dragen'.

 

'Je voet zal je niet stoten, leeuw en adder zal je vertrappen, roofdier en slang vermorzelen'. Hier neemt de psalmist ons mee, een stap verder in de chaos. Want het eigenlijke kwaad dat de mens nog het meest bedreigt, is niet allereerst buiten onszelf te zoeken, zoals de pest, de pijl, de rampen en het net of de valstrik die anderen ons uitzetten. Nee, het kwaad zit in het hart van de mens, en daar moeten wij het zien te overwinnen, niet door te vechten tegen anderen, maar de moedige strijd te leveren tegen het kwade dat wij in onszelf ontmoeten.

 
Maar wie op de Heer vertrouwt, zingt de psalmist, leert ook dat kwaad te vertrappen, de adder (symbool voor de sluwheid en slinksheid waarmee wij soms te werk gaan), de brullende leeuw in ons met wie wij ons dienen te verzoenen, …

 
4 symbolen van het kwade in onszelf:

de leeuw, de adder, het roofdier en de slang.

 
En de psalm eindigt met een belofte van God die wij ernstig mogen nemen. Dit is geen goedkope belofte. De psalmist verwoordt ze vanuit zijn eigen levenservaring, en velen na hem hebben dat gedaan, hij beschrijft hoe God met Hem is omgegaan: ‘Ik zal bevrijden wie mij liefheeft en beschermen wie met Mijn naam vertrouwd is. Roep je mij aan, Ik geef antwoord, in de nood zal Ik bij je zijn, je bevrijden en met roem overladen, je overvloed geven van dagen. Ik zal je redding zijn.’

 
Elke mens leeft dag na dag dichter naar zijn dood toe, maar wie op de Heer vertrouwt, kan door geen enkel leed meer helemaal onderuit gehaald worden. God verandert onze toekomst niet, Hij grijpt niet in in ons bestaan, maar Hij deelt het. In Hem is de dood overwonnen en is er voor iedere mens mogelijkheid tot intens en eeuwig leven, dat hier en nu begint. Geen enkel gevaar kan op tegen Zijn redding, de redding die ons deel is geworden in onze Heer Jezus Christus. In die innige relatie met Hem vinden wij het echte leven, een leven en liefde die  veel sterker zijn dan de dood.