U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Gedichten over de natuur


 

Hoog en vrij

 

Vlinder, fladder zorgenvrij.
Je leeft, je zweeft, je danst voorbij.
Jouw vleugels breken licht tot kleur.
Je drijft op wind en bloemengeur
en proeft de zomer, zoet en zwoel:
genieten lijkt jouw enig doel.
Vol vreugde vlieg je, hoog en vrij.
0, was ik maar zo licht als jij!

 

Vlinder, fladder zorgenvrij.
Je leeft, je zweeft, je danst voorbij.
Beland jij in gevaarlijk weer,
bedreigt de storm jouw vleugels teer,
dan kroop je liefst in de cocon die jij,
al worst'lend, overwon.
Maar snel weer vlieg je, hoog en vrij.
0, was ik maar zo sterk als jij!

 

Vlinder, fladder zorgenvrij.
Je leeft, je zweeft, je danst voorbij.
Voor mensen met een groot verdriet,
ben jij een groet uit ver gebied.
 Je duikt en glanst in stralend licht,
brengt zo een lach op hun gezicht.
En verder vlieg je, hoog en vrij.
0, was ik maar zo mooi als jij!

 

Vlinder, fladder zorgenvrij.
Je leeft, je zweeft,
je danst voorbij.
0, was ik maar zo vrij als jij!

 

© Jacqueline Roelofs - van der Linden

Uit haar laatste bundel: Licht dat mensen raakt, Hoofddorp 2015

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Klik hier om het boek te bestellen.Klik hier om het boek te bestellen.

 


 

Een prachtig gedichtje over de waterlelie, van Frederik van Eeden.

 

WaterlelieWaterlelie

De Waterlelie

Ik heb de witte waterlelie lief,
daar die zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in 't licht.

Rijzend uit donkerkoele vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.

Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenst niet meer…

    Frederik van Eeden (1860-1932)

 

 Uit: Van de passielooze lelie (1901) Uitgever: W. Versluys, Amsterdam

 


 

Een gedicht van Stephanie Cosemans dat ons innerlijk mee doet trillen van verlangen naar de lente en nieuw, nog ontluikend leven.

Paarse krokusPaarse krokus

 

Prille februarizon

 

Weer gaat de lucht

als kinderogen open,

een lentezucht zeilt uit de verte aan,

sneeuwklokjes en krokussen staan,

puur wit paarsgeel vervuld van hoop

en op de vijver drijft een witte zwaan.

 

De wilgen stuwen in een speelse neiging

de eerste wilgenkatjes aan:

zacht als fluweel; als kinderhuid,

trilt om ons heen een levensstijging,

als vogelzang bij windgesuis.

 

De wind draagt als een bries over het water

de geur van groeiend leven aan.

Wie stil wordt, luistert, hoort wat hij fluistert:

het stil geheim van nog verborgen leven

als een geschenk, ons gratuït gegeven.

 

                  Stephanie Cosemans

 

 


 

Zuster Rosa Olaerts, generale overste van de Zusters van Liefde van O.L.Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, stuurde ons enkele wondermooie gedichten toe die hartverwarmend zijn in deze dagen en je uitnodigen, precies wanneer je druk bent, eens om je heen te kijken en gewoon te genieten van al het mooi rondom je...

  

De morgenzon....

 

 

De morgenzon weerkaatst als licht in
duizend druppels aan het raam gekleefd.

Ik maak er toch geen foto van: het mooiste
zal alweer voorbij zijn eer ik terug ben.

Zo breekbaar is de tijd en wat intussen kan
gebeuren als wij zoeken naar bestendigheid.
Maar hebben wij nog aandacht voor die
stille uren van de morgen? Of hollen wij

maar voort totdat de schoonheid breekt?
Want ieder uur is anders, vloeiend als het water
dat nu met stromen heeft gestopt en rust?

Wat had ik graag wat meer gezien vanmorgen,
maar nu is het al lang voorbij en enkel nog
het vage beeld herinnert mij dat enig ogenblik.

 

Adeleyd (Zr. Rosa Olaerts)

 


 

De moed tot overgave...

 


Al is het herfst, er zijn ook mooie dagen,
waar regenlucht de zorgen wast, de kleine
en de grote vragen, de overtolligheid,
de bladeren wil doen dansen in de wind,
nog even eer ze weer tot humus worden

en de nieuwe kracht tot leven.
Sta stil, al is het maar een korte tijd,
want er is veel wat nu plots helder wordt,
wat in het kalme licht verschijnt
als boodschap die je blij kan maken.

Want zelfs de zon is milder nu,
het licht gedempt tot weemoed en vertedering,
tot zorg en zelfs erbarmen.
Laat troost je koude ziel verwarmen
totdat ze weer de trekken van het kind hervindt,
de moed tot overgave.

  

Adeleyd (Zr. Rosa Olaerts)  

 


 

Een prachtig gedicht over de regenboog, die God voor ons in de wolken schrijft als teken van zijn verbond!

        

De regenboog

 

De regen schildert in de lucht

met druppeltjes en ook wat zon

een regenboog, een kleurig zicht,

omspant de aarde, overwon.

 

Waterdruppels, licht dat breekt,

in rood, blauw, paars, oranjegeel,

in tinten groen, en alles spreekt

van Hem die schiep dit tafereel.

 

Mocht af en toe een regenboog,

bij levensstormen, weer en wind,

ons helpen denken aan’t verbond

dat God in ons met Hem verbindt.

 

Stephanie Cosemans

 


 

De zomerwinden, ze spelen door je haar, ze verfrissen je gemoed als je de hitte van de brandende zon draagt. Letterlijk en figuurlijk. In dit schitterend gedicht van Stephanie Cosemans kan je ze voelen, en horen ruisen, die zomerwinden. Het doet je even stilstaan bij de werkelijkheid: waar komen ze vandaan? En waar gaan ze heen, die zomerwinden?

  

 

 

 

 

 

 

Zomerwinden

 

O Moedergod der zomerwinden
die vedelend door de velden gaan
en wuiven doet het groeiend graan,
waar is uw wezensgrond te vinden
en heeft uw kleine wieg gestaan?

 

Ontsproot gij uit het al beminde,
oerruisend uit de eeuw’ge Geest…
of kwam u als een bries, bedeesd,
die rustig zocht zijn weg te vinden
of bent u eeuwig wind geweest?

 

O Vadergod der zomerwinden,
Gij zilte, zachte ademtocht,
zwevend door zomerzon en lucht,
wil mij toch aan Uw oorsprong binden,
Uw liefdesadem, levenstocht.

 

Stephanie Cosemans (Zomer 1996) 

 

 


 

Zuster Rosa Olaerts, generale overste van de Zusters van Liefde, stuurde ons één van haar mooiste gedichten toe. Het roept je op om je hart te laven en te laten helen door te kijken naar al het mooie om je heen en binnen in je hart.

  

Het groot geheim

 KlaproosKlaproos

 

Het glanst weer van de klaver en de boterbloemen
en heel verloren staat er ook een klaproos bij.


Er zijn toch zoveel mooie dingen;
die maken plots mijn hart weer blij
en dankbaar kan ik ademhalen;


al is er pijn en veel verdriet en zorgen,
maar toch wil ik de hoop bewaren
en niet alleen maar angstig zijn voor morgen.


Er is het groot geheim verscholen achter
of in en rond de dingen die we zien,
maar er is meer, het licht dat nu nog aarzelt


maar dat eens doorbreekt na de nacht
van vragen en vertwijfeling, van leed en pijn;
maar ja, we zien het nu nog niet misschien.

  

Adeleyd

  


  

O broos geluk

 

 

Ik kan mijn bloeitijd niet vanuit mezelf bepalen.
Ik ben een kerselaar waaraan ik trossen pluk.
Mijn kleine oogst moet ik met pijn betalen
en met gelatenheid. O broos geluk.

Maar ik draag water aan, en let op stof en maden,
en jaag de spreeuwen weg en zet beschutting uit.
De rest is toeval, misgroei of genade,
magere jaren of een rijke buit.

De rest is afwachten: april in wind en regen,
novembersneeuw en alle velden weken blank.
Slechts achteraf kan ik mijn manden wegen
en tot mijn aarde zeggen: dank!

 

Herwig Hensen


Uit de verzamelbundel: Tussen wanhoop en verrukking, Herwig Hensen, 1976 verschenen bij de Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar te 's Gravenhage/Rotterdam en Diogenes te Antwerpen. 

 



Een prachtig gedichtje van een kunstzinnige en diep gelovige vrouw: Stephanie Cosemans. Zij schreef tal van 'bloemengedichten' die de lezer - net zoals bloemen doen - dichter bij de Schepper brengen van alle leven.


Tulpen

  

Tulpen in het tuinprieel

bloeien open rood en geel.

Als de zon zich dan laat blijken,

kan je in hun hartje kijken:

 open als een offerschaal.

 
Tulpen op hun ranke steel

 vouwen vlug hun kelken dicht

 als de voorjaarsbuien komen,

 laten ze de regen stromen

 over hun betraand gezicht.

 
Tulpen, leer ons open gaan als u

voor wie wat vriendschap wil.

En als er leed komt, regenvlagen:

leer het ons in deemoed dragen.

 
Stephanie Cosemans 

 


 

Een Duits gedichtje van Heinz Erhardt, zo herkenbaar!  

  

Warum die Zitronen sauer wurden

 

 

 

 

 

 

 

 

Ich muß das wirklich mal betonen:
Ganz früher waren die Zitronen
(ich weiß nur nicht genau mehr,
wann dies gewesen ist)
so süß wie Kandis.
Bis sie einst sprachen:
"Wir Zitronen,
wir wollen groß sein wie Melonen!

Auch finden wir das Gelb abscheulich,
wir wollen rot sein oder bläulich!"
Gott hörte oben die Beschwerden
und sagte: "Daraus kann nichts werden!
Ihr müßt so bleiben! Ich bedauer!"
Da wurden die Zitronen sauer . . .     

 

Heinz Erhardt  

 

 
 


 

Sneeuwklokjes

 

De stengeltjes priemen in't groen uit de grond,

met klokjes zo blank, zo teder en mooi.

Drie blaadjes, als maatjes, geschaard in het rond,

beschermen het hartje, zo plechtig in plooi.

Groen lover omtovert de blaadjes drievoud,

vertolken in talen wit licht:

geloof, hoop en liefde.

Voor wie van ze houdt,

weerspiegelen ze speels Gods gezicht.

Sneeuwklokjes, zo kleintjes,

ze weten heel fijntjes,

spijts koude, sneeuwwater en wind...

spijts winterse voetjes,

lispelen ze zoetjes:

weldra lacht de lente, mijn vriend!

 

                               Stephanie Cosemans