Bronnen voor Franciscus
Bronnen zijn geschriften van of over heiligen. De teksten die Franciscus aan zijn broeders en zusters heeft nagelaten, noemen we gewoon Geschriften of Bronnen van Franciscus. Alles wat over hem geschreven werd, bijvoorbeeld zijn levensbeschrijving door Bonaventura en Celano, worden bronnen voor Franciscus genoemd. Hier lees je een korte inleiding op het lezen van franciscaanse of andere bronnen.
en wat kunnen we ermee doen?
Bronnen zijn in de eerste plaats teksten. Die zeggen iets over de tijd van toen voor onze tijd nu. Ze geven een visie op dingen van die tijd. Dan gaat het niet zozeer over wat ze schreven, maar hoe ze er tegenaan keken. Ze geven achtergrondinformatie.
Over Franciscus is meer te vinden dan over Clara: de geschiedenis ging altijd over belangrijke mensen en dat waren in die tijd de mannen, zeker niet de vrouwen. En als er al eigen teksten van vrouwen waren, zoals van Clara die als eerste vrouw een kloosterregel of levensvorm schreef die door de paus werd goedgekeurd, dan werden die door mannen becommentarieerd.
Welke bronnen weten we nog meer te noemen?
Kunst, mondelinge verhalen, voorwerpen, invloeden in liturgie en liederen , tradities en gebruiken, kerkelijke documenten zoals doopboeken.
We kunnen niet rechtstreeks van hier naar Franciscus en Clara gaan, daar hebben we sporen uit het verleden voor nodig. Bronnen zijn zulke sporen.
Er is ook literatuur over de bronnen, en die kan op zich ook weer een bron zijn.Er is een verschil tussen primaire en secundaire bronnen. De geschriften van Franciscus zijn primaire bronnen voor de kennis van Franciscus. Voor de geschiedenis van de minderbroeders zijn ze echter secundaire bronnen. Je moet steeds voor ogen houden: wat wil ik precies onderzoeken in deze bron? Vanuit die vraag lees je de bronnen met een bepaalde bril, als primaire of als secundaire bron.
Soorten bronnen:
Bronnen zijn in het algemeen tastbare sporen uit het verleden. Alles wat we nu nog kunnen lezen over Franciscus en Clara kan je als bron kenmerken. Van/over Franciscus en Clara hebben we: teksten, geschriften, documenten, materiële overblijfselen, mondelinge overleveringen. Ook kronieken, wetboeken en notariële akten zijn bronnen. Ze zijn niet geschreven als geschiedenis, maar we kunnen ze wel als bron gebruiken om het leven van Franciscus en Clara en hun spirit te bestuderen.
Materiële bronnen voor Franciscus en Clara:
- De kloosters waar zij hebben geleefd bijv. San Damiano:
hoe hebben die 40 zusters daar geleefd?
- Hun dode lichaam: DNA-onderzoek wees uit
dat Franciscus een vorm van lepra gehad heeft.
- Habijten
- Plaatsnamen
- Autografen: zij zijn echt primaire bronnen
Ook de geschriften van Clara zijn bronnen voor Franciscus want daarin staan woorden van Franciscus die we niet zouden kennen als ze niet door Clara waren opgetekend. Het mooiste voorbeeld hiervan is het ‘Levensmodel voor de arme zusters’, een eenvoudig briefje dat Clara van Franciscus gekregen had. Clara plaatst het in de kern van heel haar Levensvrom. Het luidt als volgt:
'De zalige vader zag heel goed dat wij geen enkele armoede, arbeid, kwelling, onbeduidendheid en verachting van de wereld vreesden, maar die juist als zeer aantrekkelijk beschouwden. En door liefdevolle zorg bewogen, heeft hij voor ons de levensvorm opgeschreven op de volgende wijze*:
Omdat gij u op goddelijke ingeving gemaakt hebt tot dochters en dienaressen van de allerhoogste verheven Koning, de hemelse Vader, en gij u tot bruid gemaakt hebt van de Heilige Geest door ervoor te kiezen volgens de volmaaktheid van het heilig evangelie te leven, wil ik en beloof ik dat zowel ikzelf als mijn broeders altijd een nauwgezette zorg voor u zullen hebben net als voor hen en bijzonder bekommerd om u zullen zijn.'
Tot slot is het bij het lezen van de bronnen van belang dat je een goed onderscheid maakt tussen biografie en hagiografie. Biografisch is alles wat zich in het leven van Clara en Franciscus heeft afgespeeld en dat beschreven wordt door mensen die met hen geleefd hebben. Een biografie had niet enkel de bedoeling op schrift te stellen wie Franciscus en Clara waren en hoe zij leefden, maar ook aan te tonen hoezeer hun levenswijze geleek op die van Jezus van Nazareth. Om dit goed in de verf te zetten gingen biografen makkelijk over tot de hagiografie om maar te benadrukken dat deze mensen reeds heiligen waren tijdens hun leven. Daarom vind je wel eens verhalen in de bronnen die verdacht veel lijken op verhalen uit het evangelie, of uit de Schrift.
Als je de bronnen wil gaan lezen, moet je dit goed voor ogen houden, anders geef je het al snel op met het idee, dat is toch dik overdreven en zeker niks voor gewone, eenvoudige mensen zoals wij. Maar met de juiste 'bril' en ingesteldheid en wat creativiteit, kan je het biografische en het hagiografische wel van elkaar onderscheiden. Veel leesgenot in de franciscaanse bronnen!
* Deze zin kan op verschillende manieren uit het Latijn vertaald worden: de vertaling zegt ‘heeft hij voor ons de levensvorm opgeschreven op de volgende wijze’. Je kunt echter ook lezen: ‘heeft hij voor ons de vorm opgeschreven om op de volgende wijze te leven’.