U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

De getuigenis van Jeanne Leniere


 Een boeiende getuigenis, gegeven door Jeanne Leniere ter gelegenheid van Roepingenzondag bij Zusters Franciscanessen in de “Crombeengemeenschap”. Het geeft je een ruimer inzicht in wat 'roeping' kan betekenen! Jeanne Leniere is een innemende vrouw, ze is ook diep gelovig en heeft vele talenten. Je kan op deze website ook meerdere gedichten van haar lezen!

Jeanne LeniereJeanne Leniere

 

"Het is iets dat ik moeilijk kan begrijpen, ik heb er wel veel respect voor”, zegt Lore, een studente psychologie.
“Het is een veeleisende weg die elke dag opnieuw volledige overgave vraagt, maar die intense vreugde kan schenken” schrijft Wim, 23 jaar.

“Gebondenheid is een begrip waarmee de jonge mens het moeilijk heeft” schrijft Rita, hogeschoollector.

“Volgens mij wordt iedereen “geroepen”, ook al beseffen we dat niet altijd” denkt Brenda, pas afgestudeerd.
 
Bij de voorbereiding van deze getuigenis op deze 4de zondag van Pasen, met de Goede Herder in het evangelie, en traditioneel Roepingenzondag, heb ik jonge en minder jonge mensen aangesproken, studenten, maar ook vaders en moeders, leerkrachten en onderwijsverantwoordelijken.


Hun inbreng was boeiend, verrassend, soms wel ontnuchterend, ook wel eens ongenuanceerd, vooral met veel vragen, met een duidelijk appèl.
Ik wil graag vier vragen uit hun verhalen belichten:
“Roeping” in deze tijd? voor jongeren van vandaag?
Hoe denken jongeren over levenskeuze, over engagement?
Wat bieden wij hen? Waarvan getuigen wij?
Wat verwachten jongeren van ons?
 
“Roeping” in deze tijd? voor jongeren van vandaag?
Jonge mensen interpreteren roeping steevast in de klassieke betekenis als “roeping tot een religieus leven” en in die betekenis trekt roeping hen niet meer aan, zeggen ouders en leerkrachten. Het gaat niet meer van zelf om te geloven, laat staan dat jongeren geloof en leven vlot integreren.
Als er in hun leefwereld plaats is voor roeping, dan is het als resultaat van een maatschappelijk appèl: zieken- en bejaardenzorg, maatschappelijk werk, onderwijs, ontwikkelingshulp,… vervullen een deel van de vroegere roepingskracht.
Deze maatschappij, zeggen jongeren, predikt consumptie, luxe, materialisme en dat staat lijnrecht tegenover de waarden van een religieus leven. Indien jongeren bezig zijn met spiritualiteit, met geloof, dan is dat vooral binnenskamers. Het is ook de algemeen-maatschappelijke trend om alles wat godsdienst betreft binnen de individuele leefwereld te houden – al gaan er ook stemmen op om dit open te trekken naar het publieke forum (zie de krant van vrijdag). Religie is voor jongeren slechts zelden een gespreksonderwerp met vrienden, wel sporadisch met ouders of met iemand die ze 100% vertrouwen.
Maar er zijn óók jongeren die roeping vandaag bewust invulling geven, die zich geroepen weten als christen, d.w.z. die proberen Christus te volgen elke dag – en dat zouden er wel eens meer kunnen zijn dan we denken. Zij benadrukken dat roeping als levensvervulling wèl behoort tot hun realiteit, maar dan met een andere, nieuwe invulling.
Roeping in de klassieke betekenis is vandaag niet evident, zeggen jongeren. Maar is het wel ooit evident geweest?
 
Hoe denken jongeren over levenskeuze, over engagement?
Ouders zeggen dat een levenslang engagement als ideaalbeeld leeft bij jonge mensen anno 2006 – misschien als onbereikbaar ideaalbeeld. Veel jongeren hebben diepe waardering voor blijvend engagement, voor blijvende inzet. Jongeren bevestigen dit ook. Maar ze worden geconfronteerd met een ander wereld- en toekomstbeeld, voorgespiegeld in de media, in het sociaal-economisch bestel van onze westerse samenleving: het beeld van het korte termijn-engagement met onmiddellijke voldoening.
Ouders zeggen ook dat jongeren zich niet meer onvoorwaardelijk engageren en het moeilijk hebben met gebondenheid; d.w.z.:
het moet steeds mogelijk zijn om toekomstplannen te corrigeren;
in een nieuwe situatie willen ze hun leven zo nodig anders kunnen oriënteren.
Kijk naar de samenlevingspatronen, de lossere bindingen, ook professioneel is dat vaak zo.
Jongeren wijzen op de moeilijkheid op te groeien in een omgeving waarin waarden niet a priori afgebakend zijn. ze moeten continu keuzes maken. De gemakkelijkste keuze is die voor het onmiddellijke komfort, het snelle resultaat. Gesprekken over levensvervulling gaan veelal over heel nabije toekomstplannen en huidige relaties. Hier-en-nu-denken primeert, “later” dat zien ze wel. Maar ze willen er wel voor gaan. Ze willen iemand worden, zichzelf realiseren in deze complexe wereld, ze willen gelukkig zijn en ook dat geluk delen.
Inzet voor anderen is één van de keuzes waarin héél wat jongeren wèl meegaan of zelfs initiatief nemen. Zij voelen zich uitgenodigd tot een degelijke manier van leven, van “samen”-“leven”, maar benoemen dit meestal niet als “roeping”. Ze vertalen dit concreet in respect voor de medemens, aandacht voor wat weerloos en zwak is, zorg voor elkaar en zeker voor wie in nood is, medeverantwoordelijkheid voor natuur en milieu en voor de wereld van morgen. Hun achtergrond, thuis, op school, in de beweging, biedt basisinstrumenten, handvatten en vangnetten om de verwarrende, complexe wereld naar eigen maat gestalte te geven. Het levensbeschouwelijke, het spirituele, het religieuze vormt, indien niet prominent aanwezig, wèl het kader, soms zelfs het fundament bij belangrijke keuzes. Jongeren maken keuzes vanuit de waarden die ze zich als kritisch denkende, constructief denkende jongvolwassene hebben eigen gemaakt.
 
Wat bieden wij hen? Waarvan getuigen wij?
Onderwijsmensen getuigen dat jonge mensen – zeg maar leerlingen secundair onderwijs – ervoor open staan om “geroepen zijn” ruimer te kaderen. Ze zijn zeker niet onverschillig, niet getekend door welvaartatheïsme, ze zetten zich af tegen de algemene “verleuking” (alles leuk en hip). Bij een diepteportret van jongeren komt méér aan de oppervlakte: het zijn onbevangen en vranke zoekers die aanvaarden dat (christelijk) geloven een kompas voor samenleven kan zijn, als het ten minste authentiek is. Jonge mensen hebben nood aan een raamwerk voor de invulling van de eigen zingeving maar zijn minder vertrouwd met de particuliere traditie van het christendom; ze willen zich ook losweken uit hun “lagere schoolgeloof”.
Het christelijk geïnspireerd onderwijs ziet hierin een opdracht: om via het opvoedingsproject bij te dragen tot de bewustwording van waarden, evangelisch geïnspireerd, ankerpunten, die voor het leven en voor het samenleven, voor onze gemeenschappelijke toekomst van betekenis zijn. Een paar voorbeelden.
Gastvrijheid                
= kiezen voor beschikbaarheid;
= geroepen zijn om tijd en ruimte te bieden aan anderen, vooral aan diegene die er nood aan heeft.
Solidariteit                  
= kiezen voor verbondenheid en medeverantwoordelijkheid;
= geroepen zijn tot het erkennen van de waarde van het belangeloze en het weerloze en blijk geven van gevoeligheid voor de noden van anderen.
Evenwaardigheid       
= kiezen voor diversiteit;
= geroepen zijn om iedere vorm van onverdraagzaamheid of discriminatie tegenover wie anders is, denkt of voelt, te bannen.
Openheid                   
= kiezen voor dialoog;
= geroepen zijn om te kunnen en te willen luisteren naar anderen.
Soberheid                  
= kiezen voor de essentie;
= geroepen zijn om uit te maken wat we nodig hebben en wat we kunnen delen
Duurzaamheid           
= kiezen voor de toekomst van de volgende generaties;
= geroepen zijn om met de natuur, met de aarde en wat ze biedt om te gaan als een goed beheerder en niet als een egoïstische eigenaar
Zo kan een platform voor zingeving geboden worden, van betekenis bij de levenskeuze, de beroepskeuze en de engagementen die jongeren aangaan. En dan is wellicht ook de weg open om “roeping” die dimensie méér te geven, die inhoud waar ze vandaag minder of niet bij stil staan. Dan ontstaat er wellicht ruimte voor eigentijdse vormen van religieus geïnspireerd leven. En mogen we toch ook niet zeggen dat het zgn. klassiek religieus geïnspireerd leven – als religieuze of priester – ook eigentijds is en dat altijd geweest is?
 
Wat verwachten jongeren van ons?
Jongeren zijn veeleisend, t.o.v. ouders, ook t.o.v. onderwijzenden en dat is goed, trouwens je mag aan hen ook behoorlijk eisen stellen:
* ze verwachten dat leerkrachten oprecht zijn, nooit grijs-neutraal maar door doen en laten getuigen waar ze voor staan; leerkrachten moeten aan jongeren iets te vertellen hebben; als een leerkracht uitstraalt dat zijn leven verankerd is in een geïnspireerde dimensie dan helpt hij ook de binnenkant van de dingen te ontsluiten;
* jongeren vragen een fundament dat zoeken toelaat en wegen aanwijst maar ze willen niet dat deze wegen gedicteerd worden;
* leerkrachten moeten verlangens wekken, vragen oproepen, met de jongeren mee-zoeken naar antwoorden, naar nieuwe antwoorden op nieuwe vragen; jongeren verlangen geen pasklare antwoorden en tonen er begrip voor dat een mens een ‘godsverduistering’ kan doormaken;
* leerkrachten moeten ‘gemeenschap’ voor-leven en een levend bewijs zijn van wat het betekent verantwoordelijkheid dragen voor elkaar;
* het instituut Kerk krijgt het wel eens te verduren van de jongeren (en ook niet alleen van de jongeren) maar dit is evenzeer waar voor andere instituten; jongeren verwachten dat de Kerk investeert in jonge mensen en hen veel te bieden heeft; ze stellen terecht hoge eisen aan de Kerk en aan ‘kerkmensen’;
* jonge mensen willen meetellen en blijven meetellen; ze kunnen niet aanvaarden dat iemand afgeschreven wordt;
* jongeren verwachten voedsel voor hun spirituele honger, maar willen af en toe het menu zelf samenstellen (shoppen);
* jongeren verwachten initiatieven van volwassenen die hen in contact brengen met ‘andere’ leefvormen (cf succes van kloosterweekends – reacties erop – zoals vandaag in Nederland: de open kloosterdag);
 
* ze hebben behoefte aan informatie en willen inzien wat het betekent:
•    kiezen voor een religieus leven en wat dan de betrokkenheid op de wereld is;kiezen voor het permanent diaconaat of voor een taak als leek in de kerk, in de pastoraal;
•    kiezen voor het huwelijk
* verwachten voorbeelden van authentiek dienend in de wereld staan, van engagement geworteld in een overtuiging waar men eerlijk voor uitkomt.
 
De verwachtingen van jongeren t.a.v. leerkrachten, ouders, verantwoordelijken in de samenleving staan niet veraf van het perspectief van de “pastores”, goede herders, met of zonder wijding, met een hart voor mensen.
Ik geloof dat er ook vandaag jongeren zijn die geboeid worden en bereid zijn taken op zich te nemen, samen met anderen, samen met priesters en religieuzen, elk naargelang zijn gaven en talenten, en dicht bij hun leefwereld van nu.
Ik blijf erin geloven dat bij heel wat jongeren het vuur smeult. Wij kunnen het aanwakkeren. Ook dat is onze roeping.
 
Jeanne Leniere