Bron 10
En de abdis zal een laatste toevlucht zijn voor haar zusters...
In het vierde hoofdstuk van haar regel geeft Clara een aantal bepalingen voor de zuster die leiding geeft aan medezusters. Clara noemt haar graag: de moeder van de zusters. De titel 'abdis' werd haar opgelegd maar past niet in haar spiritualiteit. Clara omzeilt die titel dus ook zoveel mogelijk met omschrijvingen als: 'degene die gekozen is' om de zusters voor te gaan. Zelf noemt ze zich graag: de dienares of moeder van haar zusters. Die keuze zegt heel veel en hierin uit zich één van de kernpunten van de franciscaanse spirit. Ook Franciscus liet zich geen 'abt' noemen, maar 'gardiaan', wat betekent: behoeder van de broeders.
In haar opvatting en beleving van dit moederschap, gaat Clara heel ver! Ze zegt: 'als een moeder in een gezin haar kinderen al zo liefheeft en voedt, hoeveel temeer moet een zuster, en bijzonder zij die gekozen werd om moeder te zijn, haar medezuster liefhebben!' Een straffe uitspraak als je bedenkt dat zusters elkaar niet gekozen hebben en niet met elkaar verbonden zijn door de band van het bloed!
En Clara gaat nog een stap verder. Ze zegt: degene die moeder is in een gemeenschap, moet zo met haar zusters omgaan dat zij haar meer gehoorzamen uit liefde en omdat haar voorbeeld zo aanstekelijk is, dan wel uit vrees voor haar gezag. En zij moet altijd luisteren naar haar zusters, ook naar de meest eenvoudigen van de gemeenschap, want ook door hen kan de Geest van de Heer werken.
En of dat nog niet genoeg is, gaat Clara nóg verder. Want zoals een moeder in een gezin er is voor al haar kinderen, ook voor hen die minderbegaafd zijn, die moeilijker van karakter zijn enz. en het ene kind niet voortrekt ten koste van het andere of meer genegenheid geeft aan het ene dan aan het andere, zo mag een moeder in een gemeenschap evenmin één van haar zusters of een deel van de zusters bevoordelen ten opzichte van andere. Zij zal goed kijken en zien wat ieder van hen persoonlijk nodig heeft en die nood, als die echt is, lenigen. Dus niet: gelijke zusters, gelijke kappen, maar datgene wat ieder persoonlijk het meest nodig heeft. Voor iemand die ziek is anders dan voor iemand die gezond is, voor iemand die veel draagkracht heeft anders dan voor iemand die er minder heeft enz…
En bovendien vindt Clara dat de moeder of de zuster die de anderen tot voorbeeld is en hen dient, altijd een laatste toevlucht moet zijn voor de zusters die ziek zijn maar ook voor de meest wanhopigen, voor hen die het soms moeilijk hebben, voor hen die in de fout zijn gegaan enz. Wie tot moeder wordt gekozen, zal juist voor hen een laatste toevlucht zijn opdat de ‘wanhoop’ in hen nooit de overhand krijgt, want in dat geval, vindt Clara, zal zij zelf verantwoordelijk zijn voor de wanhoop van een ander.
En hiermee is nog niet alles gezegd. Clara bedoelt dit namelijk niet alleen voor de onderlinge relatie van een overste met haar zusters, maar ook voor die van de zusters onderling én van de zusters ten overstaan van iedere mens. 'Want voor allen', zegt ze, zullen wij spiegel en voorbeeld zijn, en het gelaat van Gods barmhartigheid weerspiegelen opdat elke mens, hoe slecht of ziek of kwaad ook, zich bemind zou weten door de Heer van het leven. Aan Hem alleen komt het oordeel toe over ‘goeden en kwaden’ over ‘rechtvaardigen en onrechtvaardigen’.
En daarom, zegt Clara, zullen mijn zusters zich altijd ervoor hoeden, over anderen hoe dan ook te oordelen, zij zullen zich hoeden voor kwaadspreken en kankeren, want dat zal de liefde in hun eigen hart verhinderen.
Clara is niet min, als je haar woorden ernstig neemt. Woorden die niet enkel gelden voor de abdis maar voor iedere zuster en uiteindelijk ook voor elke mens die op een of andere manier instaat voor anderen.
In zijn brochure 'Clara van Assisi, een helder spoor van licht', (die ter gelegenheid van de sluiting van het Clarajubeljaar opnieuw is uitgegeven) stelt Mgr. Paul Schruers + een heel cruciale vraag: “Kunnen ook wij ons aan deze levenservaring van Clara en haar zusters inspireren? Een gemeenschap, getekend door zachtmoedigheid, vergevingsgezindheid, en luisterbereidheid, ook voor de kleinsten; een gemeenschap waarin men van harte zorgen en vreugden met elkaar deelt; een gemeenschap waarin allen die verantwoordelijk zijn, “laatste toevlucht” en dienaar zijn en graag het meest eenvoudige (en soms het meest lastige) karwei voor hun rekening nemen?