U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Getuigenis van zr. Elisabeth


Dit getuigenis gaf zr. Elisabeth ter gelegenheid van het Clarajubeljaar op het Hoogfeest van de H. Clara op 10 en 11 augustus 2011.

zr. Elisabethzr. Elisabeth

 

Ik ben in 1996 ingetreden bij de clarissen. Aan zoiets gaat natuurlijk een hele zoektocht vooraf, en na de intrede heb je ook nog een hele weg te gaan. Ik belicht even beide.


Ik geloof dat je, in je groei naar geloofsvolwassenheid dezelfde stadia doormaakt als bij je groei naar gewone volwassenheid. Je begint met een zekere afhankelijkheid – het geloof dat je meegekregen hebt van thuis. Dat was bij mij ook het geval. Maar met mijn pubertijd is er worsteling gekomen o.a. op geloofsvlak – op een gegeven moment geloofde ik niet meer in God. Al ben ik wel altijd een zoeker gebleven. En dit zoeken heeft me toch wel terug naar God en geloof geleid. Maar geloven doe je niet alleen. Er zijn personen en ontmoetingen geweest die me hebben wakker geschud. Bijvoorbeeld op reis in Italië met mijn zussen per mobilhome zijn we mooie levende gemeenschappen tegengekomen. Zo ben ik over religieus leven beginnen nadenken – eerst dat het precies ook wel een valabele levensweg was. Daarna werd het iets zeurderigs in mij; iets dat me niet losliet – misschien was het een levensweg voor mij? ‘Maar, nee!!!’ was dan mijn reactie.

 

Ik heb ook een tijdje een vriend gehad. En het was juist in die relatie dat het mij duidelijk werd dat het huwelijk en een gezinnetje (hoe mooi ook) niet echt mijn weg was. Ik ben dan wat beginnen rondkijken naar gemeenschappen en bij de clarissen heb ik een ‘klik’ gevoeld… Assisi had al een heel speciale plaats in mijn hart gekregen doorheen verschillende reizen… En ik ben meer over Franciscus en Clara beginnen lezen… Het is moeilijk uit te leggen. Er was een soort van mij getrokken voelen tot en een toegroeien naar deze levensvorm. Dan kwam het moment dat ik vol idealisme ‘ja’ zei en intrad.


Maar eigenlijk nog belangrijker dan deze geschiedenis is waarom ik gebleven ben. Want mijn kijk op mezelf en op God is sterk veranderd. We hebben een lange vormingstijd van minstens zes jaar waarbij je dit leven en deze spiritualiteit leert kennen – en vooral: je jezelf leert kennen. En dat valt nog niet altijd mee!


Ik durf zeggen dat ik doorheen de 15 jaren van clarissenleven een hele groei/omvorming/bekering heb ondergaan. Toen ik intrad dacht ik dat ik wist waaraan ik begon, dat ik wist wie ik was en dat ik wist wie God was. Amaaai – ik heb alles mogen herzien! En ik ben onze gemeenschap heel dankbaar om alle groeiruimte die ik gekregen heb (en nog krijg) – om lessen en cursussen te volgen en vooral om mezelf te mogen zijn en op mijn manier claris te zijn – en verder te worden. Want het is niet zo dat je claris bent met het aantrekken van een habijt. Mgr. Paul Schreurs zei het al: ‘Christen word je’ – en claris ook.


Mettertijd heb ik ook telkens opnieuw en heel sterk aangevoeld dat dit mijn weg is; dat het voorgaan van Clara, de franciscaanse spiritualiteit en de levensvorm bij míj past – iets is dat diep in mij leeft als een verlangen. Onze spiritualiteit is zó rijk door z’n soberheid, weggooien van ballast, uitstraling van vrede en vreugde! En eenvoud: één vouw, één gerichtheid – weg van jezelf naar God en de ander.


Wat raakt mij bij Clara? (Want we vieren nu het 8e eeuwfeest van de stichting van onze orde.)
Het is de manier waarop zij doorheen haar geschriften oplicht als een eenvoudige, wijze, zorgzame vrouw – diep verankerd in haar God en sterk verbonden met haar medezusters, Franciscus en de broeders. Ze wou haar leven als toegewijde aan God echt sámen met anderen beleven – niet door boven hen te gaan staan, maar ernaast. ‘Samen met mijn zusters’, schrijft ze op een aantal plaatsen in haar geschriften.


Een samen vanuit eenzelfde grond en gericht op hetzelfde: God. En geen God die ver is. Maar een God heel dichtbij. Een God in jezelf. Ze schrijft: ‘Je omvat Hem die het Al omvat.’ Denk daar eens over na: ik omvat Hem die het al omvat. God leeft in mij. In ons allemaal! We zijn tempels van God. Dat vind ik een prachtige gedachte, maar ik hoop dat ik kan blijven groeien in het belichamen daarvan. Dat ik / wij allen mogen groeien in het respectvol en liefdevol benaderen van onszelf en elkaar. En God in onszelf en elkaar mogen zien oplichten – en genieten…


Om zo, sámen – in verbondenheid – Kerk en Lichaam van Christus te blijven worden.