Bron 28
Aanbidden wij de Heer?
Ik zou willen dat wij ons allen die vraag stellen: jij, ik, aanbidden wij de Heer? Gaan wij alleen tot God om te vragen, te danken, of ook om Hem te aanbidden? Wat wil het zeggen God aanbidden? Dat betekent bij Hem leren verwijlen, halt houden om met Hem te spreken en voelen dat Zijn aanwezigheid de meest waarachtige, de beste, de belangrijkste van alle is. Ieder van ons heeft in zijn leven, bewust en soms misschien zonder er zich rekenschap van te geven, een precieze ordening der dingen die hij min of meer belangrijk vindt. De Heer aanbidden betekent Hem de plaats geven die Hij moet hebben; de Heer aanbidden wil zeggen bevestigen, geloven, niet zozeer met woorden, dat alleen Hij echt ons leven leidt; de Heer aanbidden wil zeggen dat wij ten overstaan van Hem overtuigd zijn dat Hij de enige God is, de God van ons leven, van onze geschiedenis.
Dat heeft voor ons leven een consequentie: ons ontdoen van vele kleine en grote afgoden, tot wie we onze toevlucht zoeken, bij wie we niet zelden zekerheid zoeken. Het zijn afgoden die wij dikwijls verborgen houden; ambitie, de smaak van succes, het feit zichzelf in het centrum te plaatsen, de neiging anderen te domineren, de pretentie de enige meester van ons leven te zijn, enkele zonden waaraan we gehecht zijn en vele andere. Vanavond zou ik willen dat in ieders hart een vraag weerklinkt en dat we die oprecht beantwoorden: heb ik aan die verborgen afgod in mijn leven gedacht die mij belet de Heer te aanbidden? Aanbidden is zich ontdoen van zijn afgoden, ook de meest verborgene, en de Heer tot centrum kiezen, tot Koninklijke weg van ons leven.
Paus Franciscus
Inhoud