U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Bron 18


 

Hij was onze steun en na God onze enige troost en ons houvast.

Dit zegt Clara in haar Testament over Franciscus

 

Deze regels schrijft Clara van Franciscus, na diens dood: 'hij was na God onze enige troost en ons houvast'. Ze schrijft het in haar Testament, een document waarin ze haar zusters een laatste keer op het hart drukt wat van wezenlijk belang is voor haar zusters, alsof ze wil zeggen: vergeet het nooit, wat Franciscus voor mij en voor ieder van jullie heeft gedaan! Ze scheef het niet alleen voor haar zusters toen, maar ook ‘voor allen  die nog zouden komen’.

 

Clara en Franciscus van Assisi beleefden zulk een diepe zielsverwantschap met elkaar dat je je wel eens kan afvragen: hoe heeft ze het voor elkaar gekregen om de 26 jaar na zijn dood toch als een gelukkige vrouw te leven? 


Het verdriet om een geliefde mens die je ontvalt in dit leven, kan je helemaal verlammen van verdriet. Zelfs het grootste geloof in de Heer en het vertrouwen elkaar op een dag weer te zien, nemen de diep pijn van het gemis nooit weg, integendeel, met de jaren laat ook de pijn zich scherper voelen. 


Mensen die zulk een verlies hebben doorgemaakt weten dat de zogenaamde troostende woorden als: het heeft zijn tijd nodig, en met de tijd slijt ook de pijn, helemaal niet kloppen. Iemand die je innig lief was in dit leven, blijft het meer dan ooit, ook na diens dood! 


Maar midden de pijn gebeurt wat haast onmogelijk lijkt en wie zelf geconfronteerd werd met het overlijden van iemand die je als een zielsverwante mocht ervaren, zal dit beamen: onze geliefde doden zijn dichter bij ons dan wij ooit durfden vermoeden. We kunnen met hen van gedachten wisselen, omdat ze precies weten waar we mee bezig zijn. We kunnen naar hen luisteren en van hen leren, omdat zij het leven hier op aarde en ook het leven daarna zien vanuit het perspectief van de eeuwigheid.

 

In het gesprek met mensen die het wagen hierover te communiceren, is het heel treffend dat ze die ervaring koesteren en dat ze hen kracht en nieuw leven schenkt en het vertrouwen nooit meer alleen te zijn. Toch spreken wij er weinig over, misschien uit angst om afgewezen te worden met de opmerking: je beeldt je zeker iets in, je moest ze maar een keer loslaten….

 
Zeker hebben onze geliefde overledenen het recht en de ruimte nodig om ten volle en vrijuit te mogen leven op de plek en in de zijns-toestand waarin ze nu zijn, we hoeven we hen niet aan ons te binden,  dat kunnen we trouwens niet. Maar je mag hen nabij weten en troost en kracht putten uit de ervaring en de wetenschap dat ze werkelijk leven, en dat de band van de liefde zoveel sterker is dan de dood.

 
Heeft Clara hetzelfde ervaren na Franciscus’ dood, dat hij na God hun enige troost en steun en toeverlaat is gebleven, het moet haast wel  als je ziet hoe zij met vreugde en in groot vertrouwen het charisma dat Franciscus haar heeft voorgeleefd, op haar heel eigen wijze en met diepe innerlijke vreugde gestalte heeft gegeven.   

 
Misschien wekken onze overleden geliefden wel eens het verlangen in ons hart of de nieuwsgierigheid naar het leven dat zij nu leiden, wie weet. Laat ons hen in verbondenheid gedenken, in verbondenheid met die zovele tochtgenoten die dag na dag worstelen met de diepe pijn van het gemis, en tegelijk de innerlijke vreugde mogen ervaren van intense aanwezigheid, en in-wezigheid van wie ons hebben liefgehad en – zij het op hun heel eigen manier - deel blijven uitmaken van ons leven.